Aan de rechterkant van het pad staat een vlechtheg, met veel meidoorns, waaronder de oudste meidoorn van dit dal. Dit is een mogelijke aanwijzing voor vroegere heggen. Delen van deze heg moeten nog gevlochten worden.

Aan de linkerkant van het pad is een graft te zien, die herinnert aan de tijd dat akkerbouw nog de boventoon voerde. Mogelijk zijn graften zoals deze, gelegen op een zuidhelling, ooit in de Romeinse tijd aangelegd tussen de wijngaarden. Later, toen landbouwmachines en kunstmest hun intrede hadden gedaan, raakten de inefficiënte kleine akkers, op erosiegevoelige gronden tussen graften, in onbruik. Het werden weilanden, en zoals hier in de grensstreek met Duitsland, ook hoogstamboomgaarden. Want vanuit het nabij gelegen Roergebied, met zijn zware industrie en talloze arbeidersgezinnen, was er veel vraag naar fruit.